Voordrachten zijn aan aanvragen of projecten gekoppelde medewerkers, activiteitgroepen, budget- en planninggroepen, artikelen of vrije producten. Op een aanvraag is het toevoegen van één of meerdere voordrachten niet verplicht. Aan een project dienen altijd één of meer voordrachten gekoppeld te zijn. Afhankelijk van de facturatiewijze van een project zullen voordrachten ook getoond kunnen worden op de factuur.

LIFT kent drie typen projecten die, bijbehorend, verschillende typen voordrachten hebben:

Maak een persoonsproject wanneer aan het project medewerkers, activiteitengroepen en/of budget- en planninggroepen gekoppeld moeten kunnen worden omdat uren moeten kunnen worden geregistreerd en eventueel ook moeten worden gefactureerd.

Op een persoonsproject kan je dus de volgende voordrachten toevoegen:

Hieronder zullen deze typen voordrachten verder worden toegelicht.

Met een persoonsvoordracht draag je één medewerker voor op dit specifieke project. Medewerkers kunnen daarbij potentiële werknemers, werknemers of inhuurkrachten/ZZPers zijn. Iedere persoonsvoordracht mag bijvoorbeeld een eigen looptijd (binnen de looptijd van het project), uurtarief en product hebben.

Op een persoonsproject worden één of meer uurtypes en/of declaraties gedefinieerd.

Voor iedere persoonsvoordracht op het project kan worden aangegeven op welke van de op het project gedefinieeerde uurtypes en/of declaraties deze medewerker in de urenkaart uren of declaraties mag schrijven.

Uurtypes en declaraties hebben daarbij een instelbare looptijd die standaard overeenkomt met de looptijd van het project.

Uiteraard is het mogelijk om meerdere persoonsvoordrachten toe te voegen op een project. Ook kunnen persoonsvoordrachten, activiteitgroepvoordrachten en BPG's gecombineerd worden op één project.

​

Een activiteitgroepvoordracht biedt de een groep van medewerkers de mogelijkheid om uren te schrijven op een project. In tegenstelling tot een persoonsvoordracht moet een medewerker geactiveerd worden in de persoonlijke- of back-office urenkaart.

Activiteitgroepvoordrachten zijn vooral interessant op projecten waarop van te voren niet duidelijk is wie precies uren gaan schrijven op dat project, maar dat werkzaamheden op dat project opgepakt kunnen worden door een bepaalde groep medewerkers.

Denk daarbij bijvoorbeeld aan een project voor het schrijven van ondersteuningsuren bij een klant. Wanneer de klant precies belt en wie de klant gaat helpen is dan vooraf niet bekend.

Zie hier voor meer informatie over activiteitgroepen.

​

Een budget- en planningsgroep (BPG) gebruik je op aanvragen en projecten waarbij de budgetten bij het begin bekend zijn en waar later vanuit planning perspectief medewerkers op projecten worden toegevoegd. Een projectverantwoordelijke heeft op die manier meer controle over de uitvoering van het project en bijbehorende budgetten.

Een BPG voordracht kan worden aangemaakt op het 'Voordrachten' hoofdtabblad van een persoonsproject.

In een artikelproject lever je één of meerdere artikelen die éénmalig of wederkerend gefactureerd worden naar een klant. Denk bijvoorbeeld aan software licenties of een onderhoudscontract die eenmalig, maandelijks of jaarlijks wordt gefactureerd. Iedere artikelvoordracht kan een eigen looptijd en prijs hebben. Is de factureringswijze van het artikelproject niet wederkerend, dan kunnen aan dat project geen wederkerende artikelen worden gekoppeld.

Op een artikelproject kunnen geen uren worden geschreven.
​
​

Een vrij-productproject is een project waarop geen personen of standaardartikelen worden voorgedragen. Vrije producten zijn producten of diensten die je eenmalig factureert en waar binnen de software ook geen standaard voor is. Dit zou bijvoorbeeld een factuur kunnen zijn naar een bedrijf om de kosten van een beursstand te delen.