Ga snel naar:
Waarvoor gebruik je gebeurtenis en actie?
LIFT kan met de gebeurtenis en actie module personen notificeren over speficieke gebeurtenissen in LIFT. Dit kan bijvoorbeeld zijn wanneer een nieuwe werknemer wordt aangemaakt, een werknemercontract verloopt, een project binnenkort start/afloopt of een nieuwe klant is toegevoegd. Na het optreden van een gedefinieerde gebeurtenis voert LIFT dan automatisch de ingestelde actie(s) uit.
LIFT kent twee soorten acties:
Openen gebeurtenissen en acties
Het openen van het gebeurtenis & actie-overzicht gaat eenvoudig via de acties-balk:
Startpagina in de snelkoppelingenbalk. De snelkoppelingenbalk is de strook met mogelijk te starten functies aan de linkerkant van het LIFT scherm. Ga naar dit scherm om naar 'Acties...' te gaan. | |
Met het acties-veld op de startpagina kunnen snel acties gestart worden. Typ hier 'gebeurtenis' en kies de optie 'Instelling - Gebeurtenis & Actie' om gebeurtenis en actie te starten. |
In de lijst van gebeurtenissen staan alle gedefinieerde gebeurtenissen. Een gebeurtenis & actie kan twee statussen hebben die ook direct zichtbaar zijn in het overzicht:
De gebeurtenis beschreven in deze regel is geactiveerd. | |
De gebeurtenis beschreven in deze regel is (tijdelijk) gedeactiveerd. |
In het beheer van gebeurtenissen en acties wordt beschreven hoe de status van een gebeurtenis en actie kan worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Beheer van gebeurtenissen en acties
Na openen van het gebeurtenis & actie-overzicht kan je eenvoudig gebeurtenissen en acties aanmaken, wijzigen, verwijderen of tijdelijk (de)activeren.
Aan een gebeurtenis moet altijd minimaal één actie gekoppeld worden om de definitie zinvol te maken. |
Acties worden hier uitgelegd.
Aanmaken van een gebeurtenis
Kies het overzicht van Gebeurtenissen links in het overzicht:
Voor een gebeurtenis geef je de volgende verplichte informatie op:
Naam | De naam van de gebeurtenis. Bijvoorbeeld 'Aflopend project', 'Nieuwe medewerker' of 'Nieuwe klant'. |
Als | Hier moet worden aangeven wat de gebeurtenis is:
|
Kaart | Kies hier het kaarttype die onderdeel is van de gebeurtenis. |
Na het aanmaken van een gebeurtenis kunnen nog aanvullende condities in de 'En' groep toegevoegd worden:
Voeg een 'Nieuwe voorwaarde' toe. In de voorwaarde kan vervolgens een veld of kaartstatus gekozen worden van de kaart waarop de gebeurtenis betrekking heeft. Afhankelijk van het gekozen veld kan in waarde een waarde van het veld gekozen worden. | |
Wijzig de huidig geselecteerde voorwaarde. | |
Verwijder de huidig geselecteerde voorwaarde. |
Acties
Na het aanmaken van een gebeurtenis en alle condities kunnen in de 'Dan' groep alle uit te voeren acties worden gedefinieerd:
Voeg een 'Nieuwe actie' toe. | |
Pas de huidig geselecteerde actie aan. | |
Verwijder de huidig geselecteerde actie. |
LIFT kent twee soorten acties:
E-mail:
LIFT kan na het plaatsvinden van een gebeurtenis automatisch een e-mail verzenden.
Hiervoor zijn de volgende opties beschikbaar
Naam | De naam van de actie. Bijv. 'Notificeer HR medewerker over een aflopend contract' of 'Notificeer projectleider - Nieuw project'. Het opgeven van een naam is verplicht. |
Actief | Hierbij kan de daadwerkelijke e-mailactie afzonderlijk worden ge(de)activeerd. |
E-mailsjabloon | Selecteer hier een al aangemaakt e-mailsjabloon van de kaart waarop de huidige gebeurtenis is gebassseerd. Uiteraard is dit veld verplicht. |
Naam gebruiker | In 'Verzend op naam van gebruiker' selecteer je de gebruikernaam die als aanmaker en verzender van de e-mail zal worden aangemerkt. |
Toestemming voor versturen | Optioneel kan de gebruiker die de actie triggerde nog gevraagd worden of de e-mail daadwerkelijk verzonden moet gaan worden. |
Bewerkenen voor versturen | Optioneel kan de gebruiker die de actie triggerde nog gevraagd worden om de e-mail te bewerken voor deze verstuurd wordt. Na het triggeren van de gebeurtenis wordt de te verzenden e-mail aan de gebruiker getoond en kan de gebruiker de te verzenden e-mail bewerken en de verzending accorderen of annuleren. |
De e-mail is gebasseerd op een e-mailsjabloon die al gedefinieerd moet zijn op de kaart van waaruit je gebeurtenis hebt gedefinieerd. |
Social log
LIFT kan na het plaatsvinden van een gebeurtenis automatisch een social log regel aanmaken welke dan getoond kan worden in het social log widget. Voor het aanmaken van een social log actie geef je de volgende informatie op:
Actief | Hierbij kan de daadwerkelijke social log-actie afzonderlijk worden ge(de)activeerd. |
Categorie | Indien in opzoeklijstbeheer voor social log categorieën gedefinieerd zijn kan hier worden aangeven voor welke social log categorie de log regel moet worden aangemaakt. Met de '...' knop achter de opzoeklijst kan de opzoeklijst worden beheerd. |
Bericht | Geef hier het bericht op dat op de social log-regel moet worden geplaatst. Bij het klikken op het berichtveld kan een gebruiker direct onder het veld kiezen voor samenvoegvelden van de gebruiker en de aan de gebeurtenis gekoppelde kaart. |
Vergeet niet om, na aanmaak en controle, de gebeurtenis en actie te activeren. |
Wijzigen van een gebeurtenis
Een bestaande gebeurtenis kan met enige beperkingen worden aangepast door op de gebeurtenis welke aangepast moet aan te klikken in de lijst van gebeurtenissen.
In de gebeurtenisdetails is bovenin de naam van de geselecteerde gebeurtenis zichtbaar met de volgende opties:
De gebeurtenis beschreven in deze regel is geactiveerd. Klik op het icoon om de gebeurtenis te deactiveren. | |
De gebeurtenis beschreven in deze regel is gedeactiveerd. Klik op het icoon om de gebeurtenis te activeren. | |
Wijzig de naam en/of omschrijving van de gebeurtenis. De gekoppelde kaart en/of conditie van de gebeurtenis kan niet worden aangepast! Indien dit gewenst is zal een nieuwe gebeurtenis moeten worden aangemaakt en mogelijk de huidige gebeurtenis moeten worden verwijderd. | |
Verwijder de huidig geselecteerde gebeurtenis en bijbehorende acties. |
Om de gebeurtenis aan te passen gebruik je bovenstaand geel gemarkeerde optie.
Aanvullende condities in de 'En' groep of acties in de 'Dan' groep kunnen worden aangepast door de regel te selecteren in de gewenste groep en te klikken op
Verwijderen van een gebeurtenis
Een gebeurtenis (en direct ook altijd bijbehorende acties) kan worden verwijderd door de gewenste gebeurtenis voor verwijderen aan te klikken in de lijst van gebeurtenissen.
In de gebeurtenisdetails is bovenin de naam van de geselecteerde gebeurtenis zichtbaar met de volgende opties:
De gebeurtenis beschreven in deze regel is geactiveerd. Klik op het icoon om de gebeurtenis te deactiveren. | |
De gebeurtenis beschreven in deze regel is gedeactiveerd. Klik op het icoon om de gebeurtenis te activeren. | |
Wijzig de naam en/of omschrijving van de gebeurtenis. De gekoppelde kaart en/of conditie van de gebeurtenis kan niet worden aangepast! Indien dit gewenst is zal een nieuwe gebeurtenis moeten worden aangemaakt. | |
Verwijder de huidig geselecteerde gebeurtenis en bijbehorende acties. |
Om de gebeurtenis en actie te verwijderen gebruik je bovenstaand geel gemarkeerde optie.
(De)activeren van een gebeurtenis
Een gebeurtenis (en direct ook altijd bijbehorende acties) kan (tijdelijk) ge(dea)ctiveerd worden door de gewenste gebeurtenis voor (de)activeren aan te klikken in de lijst van gebeurtenissen.
In de gebeurtenisdetails is bovenin de naam van de geselecteerde gebeurtenis zichtbaar met de volgende opties:
De gebeurtenis beschreven in deze regel is geactiveerd. Klik op het icoon om de gebeurtenis te deactiveren. | |
De gebeurtenis beschreven in deze regel is gedeactiveerd. Klik op het icoon om de gebeurtenis te activeren. | |
Wijzig de naam en/of omschrijving van de gebeurtenis. De gekoppelde kaart en/of conditie van de gebeurtenis kan niet worden aangepast! Indien dit gewenst is zal een nieuwe gebeurtenis moeten worden aangemaakt. | |
Verwijder de huidig geselecteerde gebeurtenis en bijbehorende acties. |
Om de gebeurtenis en actie te (de)activeren gebruik je één van bovenstaande geel gemarkeerde opties.
Om een actie te activeren moet minstens één actie gedefinieerd zijn. |