Na het toevoegen van het rapport kan het rapport geconfigureerd worden.
Ieder rapport heeft een 'Rapportinformatie'- en een 'Opties' tabblad. Het rapportconfiguratietabblad bevat standaardinstellingen voor een rapport. Het opties tabblad is voor ieder rapport - en ook voor iedere rapportconfiguratie verschillend. In dit artikel gaan we in op de standaardinstellingen op het 'Rapportinformatie' tabblad.
Rapportinformatie
De standaardnaam is de standaardrapportnaam zoals meegegeven door LIFT. Bij vragen aan LIFT support vragen we je altijd de standaardnaam van het rapport te vermelden. De aangepaste naam is de naam die je als organisatie aan de rapportconfiguratie wilt geven.
Het is raadzaam om een heldere naam te kiezen die het doel van het rapport goed en ondubbelzinnig duidelijk maakt.
'Overzicht van kaartgegevens' is bijvoorbeeld een weinig zeggende generieke naam.
Pas de aangepaste naam van het rapport aan naar bijvoorbeeld 'Klant-contactpersonenlijst' of bijvoorbeeld 'Calamiteiten bellijst medewerkers' om het doel van het rapport in één opslag duidelijk te maken voor gebruikers.
Standaardinformatie en aangepaste informatie
In de standaardinformatie staat een globale beschrijving van de functionaliteit die het rapport biedt. De informatie die hier staat wordt beheerd door LIFT.
In de aangepaste informatie kan de rapportbeheerder een eigen, voor de organisatie geoptimaliseerde, beschrijving geven welke voor de gebruiker zichtbaar is na starten van het rapport. De aangepaste rapportbeschrijving wordt gegeven als tooltip op het vraagtekensymbool rechtsboven in de rapportkaart.
Rolrechten
Als laatste generieke configuratie kan worden aangegeven welke rollen de beschikking krijgen over dit rapport. Gebruikers welke gekoppeld zijn aan één of meer rollen die zijn geactiveerd voor dit rapport zullen deze rapportconfiguratie kunnen gebruiken. Zonder het instellen van rolrechten is het niet mogelijk een rapportconfiguratie op te slaan.